Stadswandelingen Almelo

De stadswandelingen in Almelo worden al decennia lang georganiseerd onder begeleiding van ervaren stadsgidsen van het Wevershuisje.
De wandelingen beginnen en eindigen bij het Wevershuisje aan de Kerkengang 5 te Almelo in het oude centrum van Almelo.
De wandelingen leiden langs en door het historische centrum van Almelo rondom de Grote Kerk, Huize Almelo en zullen u verrassen.
Op afspraak kunnen we groepen rondleiden. We bieden aan een waterwandeling, waar de gegevens van het oude Aa-dal aan bod komen, en een historische wandeling, die ons leidt langs de plaatsen van de fabriqeurs die voor de ontwikkeling van Almelo als vooraanstaande textielstad hebben ingestaan.

Voor groepen groter dan 8 personen kunnen maatwerkwandelingen worden verzorgd.

De kosten van een stadswandeling onder begeleiding van een van onze zeer ervaren stadsgidsen bedraagt met ingang van 1 jan. 2020 slechts € 5,00 p.p. , eventueel met koffie en krentenwegge komt daar nog eens € 5,00 bij.

Aanmelden kan bij voorkeur via e-mail: info@wevershuisje.nl of telefonisch: 0546-852 701.

Hieronder vindt u een voorbeeld wandeling door het centrum van Almelo.

Grote kerk

Op de plaats van de Grote Kerk stond van oorsprong de slotkapel van de Heren van Almelo, daterend uit 1236. In 1493 werd er een nieuwe kerk gebouwd waarvan het gothische koor nog is overgebleven. De torenspits is een geschenk van de graaf Van Rechteren aan zijn uit Duitsland afkomstige vrouw, ter herinnering aan haar geboortestreek.

De herenbank, grafstenen, familiewapens, inscripties en een grafmonument uit 1772, aangebracht door de 9 zonen en 3 dochters van Adolph Hendrik graaf van Rechteren en zijn echtgenote Sophia Juliana zu Castell Rodenhausen, getuigen nog van de grote invloed van de grafelijke familie.

De Heerengracht

De twee Bentheimer zandstenen poortpijlers aan het begin van de Heerengracht zijn afkomstig van de eerste algemene begraafplaats op de Kloosteres in Almelo.

Vroeger heette de Heerengracht het Alleetje, waarlangs men naar de kerk ging. Ook wel Hoppengaarde genoemd, hetgeen herinnert aan de tijd dat het drinkwater in Almelo erg slecht was. Men dronk liever licht bier. De daarvoor benodigde hop verbouwde men ter plekke in de eigen gaarden achter de Heerengracht. De huisjes werden gebouwd in 1889 voor personeelsleden van Huize Almelo die hier ook na hun pensioen mochten blijven wonen.

Thans zijn het ateliers van een aantal kunstenaars. Pogingen om van het geheel een soort Almelo s Montmartre te maken zijn tot op heden mislukt.

De Gravenallee

De Gravenallee, met het voormalige Tolhuis, omgeeft het kasteelpark en voert eveneens naar de grafkelder in het Gravenbos.

Omdat zij liever buiten in de open lucht wilde blijven is de moeder van de huidige graaf, Fay Esmee geb. baronesse van Heemstra, buiten ter aarde besteld. De Allee, met een lengte van 3 kilometer werd tussen 1705 en 1712 met iepen aangelegd. De 506 iepen (olmen) zijn in 1935, vanwege de iepziekte, vervangen door beuken.

De naam Almelo betekent bewoonbare plaats in het bos = lo te midden van almen (olmen).

Huize Almelo

Uit de tijd waaruit geen geschreven berichten bewaard zijn gebleven kunnen we over de bewoners van de streek waarover de latere Heerlijkheid Almelo zich uitstrekte slechts vermoedens hebben.

Naar alle waarschijnlijkheid woonde hier omtrent het jaar 1000 een familie Van Almeloe, of Van Almeloo zoals het oudste schriftelijke bewijs, een charter uit dat jaar, aangeeft.

Op de plaats van kasteel Huize Almelo stond omstreeks 1200 een burcht met ophaalbrug en slotgracht. Het is in de loop der tijden (80-Jarige Oorlog 1568-1648) diverse malen belegerd, in brand gestoken en verwoest, maar telkens op de fundamenten van het oorspronkelijke kasteel herbouwd. In 1662 laat jonker Zeyger van Rechteren de voorvaderlijke burcht afbreken en het huidige huis bouwen. In het jaar 1883 vindt en ingrijpende verbouwing plaats. De middenpartij met zandstenen pilasters en fronton wordt naar voren gebracht. Links en rechts van het kasteel staan bouwhuizen uit de jaren 1662 en 1692, welke in 1908 en 1930 zijn gerestaureerd. Het slotpark werd in 1830 het huidige, niet voor publiek toegankelijke, landschapspark. De grafelijke familie Van Rechteren bewoont het huis, behoudens de periode van de Tweede Wereldoorlog, al vanaf 1450. De familie had o.a. het muntrecht (Almelose Groten).

Theaterhotel

Het oorspronkelijke Cultureel Centrum De Hagen werd in 1986 voor fl. 1,– verkocht aan het Van der Valk concern en omgetoverd tot het landelijk bekende Theaterhotel.

Om rendabel te zijn werd er een groot hotel omheen gebouwd. De laatste uitbreiding dateert van 2010.

In het complex is, ook weer opgenomen de zgn. Heerensocieteit. De oorspronkelijke vereniging de Societeit tot Nut en Vermaak werd opgericht op 3 maart 1816 aan de Grotestraat tegenover de Hofstraat en is de oudste vereniging in Almelo. Na 1900 werden ook vrouwen toegelaten. Bijna alle historische gegevens over Tot Nut en Vermaak zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan. De Duitsers vernielden het archief toen ze het gebouw in 1941 in beslag namen om er goederen in op te slaan van Joodse burgers die naar concentratiekampen werden getransporteerd. De societeit werd in 1895 ontworpen door Bernardus Vixseboxse Bz.

Hofstraat

De Hofstraat heette in de 14e eeuw (er is veel aardewerk uit die periode gevonden, w.o. een zgn. Jacobakan)) de Junckerendiek. De naam Hofstraat was niet afgeleid van Huize Almelo, want die werd nooit een Hof genoemd. Wel aangeduid als Het Hoge Huis en in de volksmond meestal Het Kasteel. Maar er lagen wel hoven (tuinen), zoals de hof van Lambert Hagedoorn, burgemeester van Ambt-Almelo (1698-1717). Ook lag er de hof van rentmeester Jacob Boom. M.a.w. hoven (tuinen) van belangrijke mensen.

Tussen de nieuwe bebouwing van het Theaterhotel en voorheen het pand van Cellarius, nu Torino, zien we een steegje dat ooit een gracht was. Twee deuren verder een 17e eeuws pand, het Robbenhaarshuis, en de ambtswoning van de eerste burgemeester van Almelo mr. Jacobus van Riemsdijk (overleden in 1852), daarnaast het Cardinaals huis (gesloopt en in stijl herbouwd, thans Ziengs.

Koornmarkt

De Koornmarkt is een zeer oude benaming die hoorde bij het pleintje tussen het Oude Raadhuis en cafe het Botervat (thans Bar Biertje).

Op dit plein was destijds de koren- en botermarkt. Ook stond hier in vroeger tijden het schavot. (De Plas lag tussen Koornmarkt, Hofstraat, kasteelgracht en Molenstreng.) Slechts een deel van de oude bebouwing is nog intact. In het midden de voormalige boekhandel van Hilarius, oorspronkelijk gebouwd als apotheek van Ten Bruggencate. In 1881 grondig verbouwd t.b.v. Willem Hilarius die zich hier vestigde met een boekhandel annex drukkerij van de krant (Twents Zondagsblad). In 1999 verkocht aan het Broekhuisconcern met handhaving van de naam Hilarius. Daarnaast de woning van Ten Cate, later onderkomen van de kunstschilder en handelaar Cees van der Aa, en Pieter Berntsen met zijn woninginrichting.

Tegenwoordig is er een vestiging van Blokker in gehuisvest.

Het hoekpand was oorspronkelijk cafe het Schuitje. In dit cafe van burgemeester Arent Lievelt was tevens een bierbrouwerij gevestigd. Hij kreeg van de graaf Van Rechteren in 1616 toestemming om t.b.v. zijn brouwerij een put te slaan in de Molenstreng, voor 10 stuivers per jaar. Later was in het pand de roggebroodbakkerij van Kuiper. In de jaren zestig werd het afgebroken. Ter Stal bouwde er later het nieuwe winkelpand, waarin tegenwoordig Etos is gevestigd.

Oude Raadhuis

Dit fraaie door aannemersbedrijf Miel in 1971 gerestaureerde gebouw dateert van 1691.

Het is op het nippertje (1 stem in de gemeenteraad) behouden gebleven en heeft diverse bestemmingen gehad.

Tot 1846 was het ook Rechtbank en Kantongerecht. Tot 1882 alleen Stadhuis. Verder heeft het dienst gedaan als politiebureau (totdat deze in 1931 verhuisde naar Grotestraat 115) en telefooncentrale van de Bell Telephone Maatschappij, daarna V.V.V. kantoor, waardoor het de naam Verkeershuis kreeg, een naam die door een deel van de oud-Almeloers nog steeds ten onrechte wordt gebruikt, de Algemene Vereniging voor Ambacht, Beroep en Handel. (uitgeverij N.V. Blankenstein en Rootveld, reisbureau Lisonne Lindeman en de Nederlandse Automobielclub?).

Vanaf 1973 heeft het een horecabestemming.

Jugendstil

Dit fraaie door aannemersbedrijf Miel in 1971 gerestaureerde gebouw dateert van 1691. Het is op het nippertje (1 stem in de gemeenteraad) behouden gebleven en heeft diverse bestemmingen gehad. Tot 1846 was het ook Rechtbank en Kantongerecht. Tot 1882 alleen Stadhuis.

Omstreeks 1900 ging het economisch voor de wind en werden er fraaie huizen en winkels gebouwd volgens de laatste Europese mode. Voorbeelden zijn: het pand op de hoek van de Hofstraat, (Dagblad van het Oosten); Grotestraat-Zuid no 99 met zijn twee gevelstenen, vroeger een schoenenwinkel en het Reformhuis en delicatessenzaak Schaake en Solingen Staalwaren met o.m. zijn messen. Tegenwoordig Boekhandel aan de Aa.

Grotestraat-Zuid 102,oorspronkelijk bakkerij van Wilmink, thans het tapas restaurant Solera.

Rechts naast de kunsthandel van Henk Alberts is een steegje. Daar staat, nog net zichtbaar, het laatste huis van de 32 woningen die ooit in het Schokland gebouwd zijn. Er zijn gebinten gevonden van ruim 400 jaar oud. Na de sloop werd het verbouwd door architect Jan Vixseboxse ( zoon van Bernard Vixseboxse die vroeger in het Rectorshuis woonde). Deze doopte het om tot het. Achterhoes. Het werd in 1959 de woning van kunsthandelaar Henk Alberts en had een eigen nummer ( 123). Daarvoor was het de flessenspoelerij van apotheek Lamberts aan de overkant van de Grotestraat-Zuid).

Verderop Grotestraat-Zuid no. 127, op de hoek van de Schuttenstraat, de bakkerswinkel van Gunther. Bakker Gunther kwam oorspronkelijk uit Bathmen en vestigde zich in Almelo omstreeks 1890. Prof. Dr Karel van het Reve (broer van Gerard) schreef ooit in het Hollands Maandblad In het begin van deze eeuw was er in Almelo een bakkerij waar je taartjes kon kopen voor twee cent per stuk. De tegeltableaus spreken voor zich.

Rectorshuis / Heidapand

Wanneer niet net op tijd de krachten waren gebundeld was dit vroeg 17e eeuwse pand in 1973 gesloopt geweest (uitbreiding van de meubelzaak van de vader van Herman Finkers). Het was oorspronkelijk gelegen in het vroegere handels- en schipperscentrum De Bartelshoek. Voordat er tot 1874 de Latijnse School. in was gehuisvest, was er op initiatief van de Graaf van Rechteren Limpurg een zgn. Franse School in ondergebracht. Later ging deze op in de nieuwe Rijks-HBS aan de Hofstraat. In 1934 werd aan het Kanaal Almelo-Nordhorn het Erasmus Lyceum gebouwd (thans O.S.G.). Tot zijn dood in 1883 werd het Rectorshuis bewoond door de laatste rector van de Latijnse School dhr. Barend Mulder. In 1884 worden de opstallen van de voormalige Latijnse school en het rectorshuis gekocht door Bernardus Vixseboxse die er een aannemersbedrijf en architectenbureau vestigde. Zijn zoon Marinus zou later het bureau voortzetten. Nadat het architectenbureau het pand verlaat wordt het in gebruik genomen als opslagruimte voor de nabij gelegen groothandel van Otto Simon. Daarna staat het geruime tijd leeg waardoor het sterk in verval raakt.

In 1985 wordt het pand gerestaureerd. Gelukkig waren er nog veel zaken te achterhalen, zoals de fraai geschilderde plafondfiguratie in en van de museumkamers van het oudste deel van het huis. Ook de detailleringen van kozijnen, beleg en houten paneeldeuren waren goed bewaard gebleven en konden gerestaureerd of natuurgetrouw nieuw bijgemaakt worden. In 1987 kon het nieuwe museum zijn deuren openen. Aan de Bentheimer zandstenen ondergevel is te zien dat het pand vroeger doorliep tot aan de Prinsenstraat. In dit later gesloopte gedeelte waren vier kamers die onderdak gaven aan interne leerlingen. Aan de gevel is het laatste houten straatnaambordje in Almelo geplaatst.

Naast het museumtuin is het zgn. Heydapand, genoemd naar de laatste bewoner, herbouwd.

De oorspronkelijke bewoner was kruidenier Hammink. Het snoepwinkeltje van Heyda stond op de hoek tegenover het Rectorshuis. Omdat Heyda zijn handel wilde uitbreiden ging hij drank verkopen. Dit was alleen toegestaan indien de drankafdeling een eigen ingang had.

Er waren in het oude pand dus twee deuren en een raam.

Hilgenpand

Teruglopend over de brug en meteen linksaf. De Schuttenstraat is genoemd naar de oude houten schut uit 1903 in de Almelose Aa. In 1920 werd de schut een aantal meters verplaatst en onder voorwaarden vernieuwd. Om de hoek bij de Marktstraat 4 staat het Hilgenpand met zijn boogramen. Deze vormen zijn ook in de nieuwbouw op de hoek van de straat terug te vinden. Het pand is in de volksmond bekend als pand van Hilgen, naar de laatste gebruiker die handelde in bouwmaterialen.

Van oorsprong was het onderdeel van de textielfabriek van Hofkes (zie no. 19) en in gebruik als garenpakhuis. De achterzijde ligt aan het riviertje de Almelose Aa en was van belang voor de aanvoer van brandstoffen voor de stoomspinnerij en afvoer van goederen door gebruik te maken van platbodemschepen als de Enterse en Almelose zomp. ( het is sinds 2017 mogelijk om een rondvaart te maken met een Almelose zomp). email: stichtingalmeloseplatbodems@outlook.com. Telefoonnummer: 0546-204000

Hofkes begon er zijn eerste stoomspinnerij van de later zo belangrijke Twentse textielindustrie met de techniek van Thomas Ainsworth ( de uitvinder van de Schietspoel) en heeft hiermee de basis gelegd voor de ooit befaamde katoen-textielindustrie met de bekende namen als Ten Cate, Scholten, Van Heek, Ter Kuile en Ledeboer. Thomas Ainsworth is de naamgever-stichter van Nijverdal en heeft een indrukwekkend monument op de begraafplaats in Goor.

Huis van bewaring

Een heel bijzonder gebouw, in die zin dat je eigenlijk niet in de gaten hebt dat dit een voormalige gevangenis is. Het werd gebouwd in 1928 door architect Bremer in de stijl van de Amsterdamse School.

Het is de enige penitentiaire inrichting in Nederland die voorzien is van een parketvloer. Thans zijn het appartementen en een Bed and Breakfast hotel.

Waaggebouw

Op de plaats waar vroeger School A stond werd in 1913 het Waaggebouw gebouwd. Het rechter ronde poortje is authentiek en gaf toegang tot het schoolplein van de school die in 1911 werd afgebroken.

Het Waaggebouw in zijn Neo-Renaissance stijl is nooit een Waaggebouw geweest, maar een soort markthal voor waren die aan bederf onderhevig waren. Op de donderdagse marktdagen kwamen de boeren en de boerinnen met hun kleedwagens om o.m. boter, kaas en eieren te verkopen. In het betegelde gedeelte van het Waaggebouw werd vlees verhandeld.

De bovenverdieping van het Rijksmonument, met de luiken, diende van 1914 tot 1973 als vergaderzaal van de Almelose gemeenteraad.

Vanaf 1975 werd op de bovenverdieping de net opgerichte Stichting Museum voor Heemkunde Almelo (het latere Stadsmuseum) ondergebracht. De benedenverdieping fungeerde als gemeentelijk expositiegebouw.

Op de hoek van het Waagplein vinden we de onderkelderde en in 1908 in neoclassicistische stijl gebouwde Bank van Ledeboer. Daarvoor stond hier de in 1890 gebouwde veel kleinere Bank van Scholl-Engberts. Later werd de Algemene Bank Nederland hierin gevestigd. Tegenwoordig is het een restaurant.

Paleis van Justitie

Het voormalige Paleis van Justitie is gebouwd in 1846 en bestond oorspronkelijk uit slechts een verdieping en werd omgeven door weilanden.

Toen het gebouw te klein werd verhuisde het Kantongerecht naar de oude Katoenbeurs, de rechtbank bleef wel in het gebouw. In 1958 werd het verbouwd en keerde ook het Kantongerecht terug in het oude pand waar inmiddels een verdieping bovenop was gezet. De parkeerplaats is gedeeltelijk gebouwd boven de fundamenten van het oude St. Catharinaklooster.

Thans zijn het appartementen met een balkon aan de voorzijde. Deze zijn dusdanig geconstrueerd dat ze makkelijk verwijderd kunnen worden mocht het gebouw ooit weer in oude glorie hersteld worden.

Villa van Salomonson

Deze voormalige villa van Lion Mesritz en later de familie Gorter ligt pal naast het oude Paleis van Justitie en werd gebouwd in 1850. In de zijgevel is een steen ingemetseld met de tekst: Uit achting heeft L. Mesritz den eersten steen laten leggen door de heeren G. & H. Salomonson op den 21 Mei 1850

Het pand kende in de loop der jaren verschillende eigenaren en bestemmingen. Zo woonde er in 1871 advocaat en procureur Cornelis Stork. In 1907 werd het gekocht door de Inspecteur der Registratie dhr. Folkert Oeno Gorter. Hij voorzag het huis van een gevel in Jugendstil. In 1951 waren op de benedenverdieping de Montessorischool en op de bovenverdieping Rijkswaterstaat tijdelijk gehuisvest. In 1957 werd het pand verkocht aan de Staat ( financi�n).

Tenslotte werden er achtereenvolgens in ondergebracht: de Ruilverkavelingsdienst van het Kadaster en het Kantongerecht. Thans zijn er 3 appartementen in gevestigd.

Bibliotheek

De opdracht tot de bouw van de nieuwe Almelose bibliotheek werd gegeven door de Stichting Openbare Bibliotheek Almelo, onder de bezielende leiding van haar directeur dhr. Jan Krol.

De kosten bedroegen 11,8 miljoen gulden en het pand werd op 26 oktober 1994 officieel door Koningin Beatrix geopend. Architect Henk Dull van het Delftse architectenbureau van Meccano zorgde met zijn associatieve ontwerp van o.m. blauwe gevelplaten en koperen gevelbekleding voor een hoofdwerk van recent Nederlandse architectuur en voor een doorbraak voor de collage-bouwkunst. Het was de eerste bibliotheek in Nederland met een leescafe. Een idee dat zowel in- als buiten Nederland werd nagevolgd. Het cafe wordt ook gebruikt voor lezingen, discussieavonden en lunchconcerten.

De bibliotheek is omschreven als een prestigieus pronkjuweel, een gebouw met uitstraling en een prachtige verbinding tussen het nieuwe Stadhuis van J. Oud en het oude station. Het is een bibliotheek waar je bovendien ook nog boeken kunt lenen. Op de 4e verdieping is het H.I.P gevestigd (Historisch Informatie Punt van de Stichting Historische Kring Stad en Ambt Almelo).

Aan de overkant de Stadsvijver. Hierin het Griekse restaurant Kreta met o.a. de laatste Almelose fabrieksschoorsteen en de portiersloge van textielfabriek Van Heek-Scholco.

Hofkeshuis

Via de Markt naar de Grotestraat 62, het zgn. Hofkeshuis. Het monumentale pand werd in 1775 gebouwd door Egbert Hofkes. De familie Hofkes was in 1731 uit Winterswijk naar Almelo gekomen. Het waren fabrikeurs, d.w.z. ze zetten garen uit bij de huiswevers en haalden later het geweven goed weer op. Het huis heeft veel vooraanstaande bezoekers gekend.

Zo logeerden er tijdens de tijd van Napoleon diverse Franse generaals. Ook zeer bekende Nederlanders zoals Gijsbert Karel van Hoogendorp en Willem de Clercq kwamen er op bezoek.

In het pand bevindt zich een van de mooiste kunstwerken in Twente. Een geschilderde wandbespanning van 2 meter hoog en 20 meter lang uit 1778 en geschilderd door Andries Warmoes.  De grisaille, een schildering in grijstinten die relief suggereert, stelt voor de intocht in Rome van een Romeins veldheer die beladen met buit terugkeert. De schildering is soms tijden de open monumentendag te bezichtigen.

Het Costershuis

Tegenover het Hofkeshuis staat een ander Rijksmonument , het zgn. Costershuis.

Het werd in 1734 in opdracht van koopman Jan Coster gebouwd. Het werd later verbouwd tot winkelpand en in 1935 gesloopt. In datzelfde jaar werd het herbouwd in de oorspronkelijke stijl, met de oude materialen, door de nieuwe eigenaar apotheker Van den Biggelaar.

In de natuurstenen topomlijsting met het alliantiewapen zijn de in elkaar gevlochten C’s van de familie Coster nog te herkennen.

Doopsgezinde kerk

In de Grotestraat-Noord 57 vinden we de Doopsgezinde Kerk, een eenvoudige zaalkerk met een driehoekige fronton bekroonde halsgevel. De Doopsgezinde Kerk in Almelo bestaat al sinds 1684 en is gesticht door de Mennisten in een achterkamer van het woonhuis op deze locatie. In 1732 werd het geloof openlijker beleden en werd ook de voorkamer aan de Grotestraat betrokken. De families Hofkes, Coster en ten Cate waren welgestelde ondernemers en tevens Doopsgezind. Zij kregen het voor elkaar dat er in 1791 een nieuwe gevel voor het gebouw werd geplaatst. Het Heilman-Courtainorgel wordt regelmatig voor  concerten gebruikt.

Wevershuisje

Via de Götte weer naar het Wevershuisje, dat lange tijd het Olde Kostershuys werd genoemd.

Stadsplan Almelo 1817, bewerking door Hans Holtman

Route

We hebben directe contacten met de koster van de Grote Kerk en ook de sleutel van de Doopsgezinde Kerk om tijdens de stadswandelingen ook deze kerken te kunnen bezichtigen.

De stadsgidsen zullen u graag begeleiden en kunnen u nog veel meer vertellen over de historie van Almelo.